Kinderen die
opgroeien in een weeshuis blijven kleiner, zijn minder intelligent en hebben
grote kans op emotionele stoornissen, zo blijkt uit een onderzoek onder
Roemeense weeskinderen. Of een kind zich goed voelt, kun je volgens de
onderzoekers eenvoudig zien: ‘Meet en weeg de kinderen.
De groei van een
kind hangt direct af van het welzijn. Het heeft voedsel nodig om te groeien,
maar ook affectie. Krijgt het die niet, dan stopt de groei. Je verliest een
maand aan groei voor elke drie maanden in een weeshuis. Ik heb kinderen van
zeventien gezien die eruitzagen als achtjarigen.
Onderzoek
Amerikaanse Vereniging ter Bevordering van de Wetenschap
De wetten der natuur
Ik blijk
ingedeeld in het hokje ‘Natuurlijk Ouderschap’ en ben stiekem wel geïntrigeerd.
Als ik op een dag over internet surf, valt mijn oog op een site over deze vorm
van vaderen en moederen. Nieuwsgierig geworden mail ik Rachel, een fervent
aanhangster. We maken een afspraak bij haar thuis. Rachel is een prachtige
vrouw met lange donkere haren, een stralende lach, een zwierige rode jurk en
lange nagels. Dat valt me erg mee, ik was bang dat ze het type ‘alternatieve
volksdanseres‘ zou zijn - niet dat daar iets mis mee is overigens, maar toch.
Terwijl een waterig zonnetje naar binnen schijnt en Zonneke op mijn schoot in
slaap is gevallen, drinken we samen een warme wiener melange. Er is herkenning:
‘Ook ik gebruik de box nauwelijks!’ Maar ook verbazing. Want af en toe loopt
haar drieënhalf jaar oude zoontje Aaron op haar af, opent de touwtjes van haar
jurk en drinkt van haar volle borsten. Rachel praat intussen onverstoord verder
over haar visie op ouderschap terwijl ze comfortabel achterover leunt. Ik voel
me bij vlagen heel ontaard. Want ik ben na drie maanden de borstvoeding al aan
het afbouwen. En ik gebruik ook een goedkope kinderwagen, iets wat volgens Rachel
absoluut niet de bedoeling is. ‘Ik draag mijn zoon altijd op mijn arm, zelfs nu
Aaron al groter wordt. Dat is de enige plaats waar een kind hoort.’ Maar er
zijn opvallende raakvlakken: ‘Ik zie het als mijn taak mijn kind positief te
benaderen. De wereld is al koud genoeg.‘
Ze vertelt me dat
ze kan huilen als ze ziet hoe goedbedoelende moeders hun kind geestelijk en
lichamelijk kwellen. Simpelweg door het in een bedje te leggen, een flesje te geven en te laten huilen. ‘Je moet
je voorstellen hoe het moet zijn. Je bent maandenlang veilig in de buik van je
moeder. Op een dag weet je: het is tijd om naar buiten te gaan. Je hunkert naar
je ouders, naar hun aanraking, hun liefde, hun aanwezigheid. Je wilt met je
blote lijfje op de blote borst van je moeder liggen. Maar wat gebeurt er? Je
wordt gehuld in een katoenen rompertje dat elk contact onmogelijk maakt.’ Dat
is volgens Rachel pas het begin. ‘Sluit je ogen even en stel je voor: je komt
hier aan op een vreemde planeet. Er zijn maar twee mensen die je min of meer
kent, omdat je hun stemmen al eerder hebt gehoord en een warm gevoel van hen
krijgt. Dus je wilt bij hen zijn. Zij zijn je veilige baken. Maar wat doen ze?
Ze brengen je weg. Je bent er helemaal alleen. Paniek! Je schrikt, je huilt, je
bent eenzaam, je wilt maar één ding: liefde. En toch, het lijkt wel of niemand
je hoort. Je gilt uit pure angst. Uiteindelijk word je toch opgepakt en gekust.
Je krijgt de borst van je moeder. Je ligt tegen haar aan en weet: de wereld is
gelukkig toch goed. Maar voordat je je werkelijk aan dat gevoel van koestering
kunt overgeven, ben je alweer teruggelegd in je gouden kooitje. Om je er nog
even glashard aan te herinneren dat de wereld waarin je terecht bent gekomen
toch ijskoud is. Dit doen mensen zelfs niet met hun nieuwe puppy! Zijn mandje
gaat keurig naast het bed van het baasje. En zodra het beestje piept, wordt er
een hand op hem gelegd ter geruststelling. Maar bij een baby sluiten we de
deur.’
Ik ben even weg
met mijn aandacht. Is dit de wereld voor pasgeboren baby’s? Ik denk terug aan
verhalen die mijn moeder vertelde over mijn geboorte in een ziekenhuis. We
werden als pasgeboren baby’s in een andere zaal gelegd. En inderdaad, we
huilden de hele nacht. Ze vertelde hoe de moeders in hun nachtjaponnen voor het
raam van de babykamer hun tranen de vrije loop lieten terwijl ze niet bij hun
kind konden komen. Maar ook hoe de baby’s na tien dagen keurig opgevoed - want
we sliepen ’s nachts uiteindelijk door - mee naar huis mochten. En heerlijk in
ons eigen kamertje tot rust kwamen.